Actieplan startpunt transitie naar duurzamere landbouw
Onlangs verscheen het Actieplan Landbouw waarin belanghebbenden samenwerken aan een toekomstbestendige landbouwsector binnen de gemeente. Milica Marinkov is raadslid voor Lokaal Apeldoorn: “In 2020 is er een motie ingediend waarbij de centrale vraag was wat we als gemeente, ondanks onze beperkte rol in deze materie na het Rijk en de Provinciale Staten, naast gezondheidsaspecten, dieren welzijn, natuur en biodiversitet aan de te hoge uitstoot van CO2 van de veehouderij zouden kunnen doen.”
Startpunt
Deze motie is een startpunt en richtlijn geweest waaruit het Actieplan Landbouw voor de gemeente Apeldoorn voortgekomen, verduidelijkt Milica. “Dit plan is door de gemeente opgesteld met als doel de mogelijkheden te onderzoeken om de lokale landbouwsector te ondersteunen tijdens de transitie naar duurzamere landbouw. We hebben hiervoor de Universiteit van Wageningen ingeschakeld die onderzoek heeft uitgevoerd en daarvoor heeft gesproken met de betrokken partijen; de vleessector en de banken hebben uitnodiging afgewezen. Landbouwsector, Bosbeheer, waterschap en anderen genodigden hebben grondig er over gesproken. Allemaal verschillende belangen en ideeën maar hetzelfde doel; een goede kwaliteit van grond, drinkwater en lucht garanderen uitgaande van boven genoemde doelen. Het rapport stelt dat er verschillende knoppen zijn waar we als gemeente aan kunnen draaien. Elke knop heeft twee kanten, een voordeel en een nadeel. De kunst is om zo te handelen dat er niet al te veel onbedoeld negatieve effecten ontstaan.”
Geen dwang
Lokaal Apeldoorn kan zich zeker in dit Actieplan vinden, stelt Milica :”Vanaf 2020 is het aantal landbouwbedrijven in Apeldoorn gehalveerd, maar dat betekent niet dat het aantal gehouden dieren ook is gehalveerd, het aantal mestkalveren bijvoorbeeld is niet gedaald. Daar zien we graag nog wat meer beweging maar niet door dwang. Er is vorige week een amendement aangenomen dat stippen op de horizon wil zetten. Daar zijn wij op tegen. Boeren zijn immers zelfstandige ondernemers met eigen ideeën. Als wij aan een boer gaan opleggen dat hij ergens moet uitkomen op door de raad bepaalde wijze, bestaat het gevaar dat het te lang gaat duren of dat er schade ontstaat omdat ze vrijheid ontnomen wordt om hier zelf invulling aan te geven.
Ambtenaren van de gemeente onderhouden contacten met boeren en andere belanghebbenden. Wanneer een boer wil investeren, uitbreiden of verkopen dan kunnen zij bepaalde partijen met elkaar in contact brengen. Als de gemeente na een tussentijdse evaluatie van het plan aangeeft dat er nog extra fte nodig is voor ondersteuning, staan wij daar zeker voor open. Maar de behoefte moet wel vanuit de sector zelf komen.”